Verslag van bezoek aan P.I. Heerhugowaard/Westlinge

Afgelopen week was ik op bezoek in de P.I. Heerhugowaard/Westlinge. Deze P.I. is minder grimmig danĀ  dan die in Alphen ad Rijn. Westlinge noemen ze een ‘half open kamp’. Vanuit hier gaan de gedetineerden regelmatig met verlof, en ze wonen in appartementen op het terrein. Daar slapen ze met zijn drieen in een kamer, dus privacy is afwezig. Lezen bleek ook hier niet makkelijk, de mannen met wie ik sprak zeiden dat ze oordoppen in moesten om zich te concentreren. Desondanks is lezen een ‘redding‘ voor ze. De helft van de aanwezigen (acht mannen) had geen tv, want ‘daar heb je niks aan’. Ze zochten vaak rust in de bibliotheek, bij Joke, daar zitten ze hele middagen te lezen in tijdschriften en boeken.

De reacties op mijn boek waren weer uiteenlopend. T. had in geen vijftien jaar een romanĀ  gelezen – alleen computerboeken en biologie ed -, en vond het een ontdekking om weer in een verhaal te kunnen ‘verdwalen’. S. vond het boek erg voorspelbaar (‘Dan koopt hij die ring en natuurlijk gaat hij die belenen, dat wist ik meteen’), maar liet ook doorschemeren zelf geen onbekende met het drugsmilieu te zijn. L. vond het spannend, dat bleek uit het feit dat hij ‘niet in slaap was gevallen’. Naast L. stond een forse plastic tas waaruit op een gegeven moment een stapel papier zo dik als twee telefoonboeken tevoorschijn kwam. Duizend pagina’s dagboekaantekeningen. Of ik tips had zodat hij hier een handzaam boek van kon maken; zelf liep hij bij het schrijven inmiddels ‘tegen een muur’. Toen ik vertelde dat ik vijf jaar aan De liefhebber gewerkt had, vielen ze van hun stoel van verbazing, en L. schrok. Hij wilde zijn boek toch wel graag ‘over een jaar in de winkel hebben liggen.’

Tags: , ,

Leave a Reply